Nadat ik me jaren zorgen heb gemaakt over de toekomst van mijn zonen van 13 en 11 trekt de werkgelegenheid in Nederland inmiddels weer aan. Brabant is zelfs een van de koplopers. Zo onttrekt de Tilburgse snackfabrikant Van Geloven zestig arbeidsplaatsen aan het Noord-Hollandse Oostzaan om de elitaire kroketten van Kwekkeboom en Van Dobben voortaan van een Brabantse bite te voorzien.
Tegelijkertijd ontstaan er tekorten in de bouw, ICT en zorg. De kinderen hoeven straks de provincie niet meer uit om een leuke baan te vinden en dat is een geruststellende gedachte. Het enige zorgpunt in deze goednieuwshow is de beperkte werkgelegenheid voor 55-plussers. Bij deze krant zit het met de waardering voor ouderen echter wel snor want deze column wordt vanaf volgende week overgenomen door een ervaren, oude rot in het vak die de pensioengerechtigde leeftijd al een poosje overschreden heeft.
Dankzij deze column heb ik in de afgelopen tweeënhalf jaar de provincie waarin ik geboren en getogen ben, beter leren kennen. Ik heb soms met verbazing, af en toe met afschuw, maar meestal met liefdevolle waardering naar onze kleurrijke, ietwat schizofrene provincie gekeken. In de column heb ik vaak een ander standpunt ingenomen dan gemakkelijk zou zijn, in de hoop een onderwerp vanuit een nieuwe invalshoek te belichten. Dat was leerzaam voor mezelf en wellicht soms ook voor de lezers. Het was een inspirerende en leerzame periode. Daarom zou het zomaar kunnen gebeuren dat mijn volgende thriller onze boeiende provincie als locatie krijgt. Bedankt voor het lezen van mijn columns en voor de reacties daarop. Het gaat jullie goed. Ik blijf jullie volgen.
(Column Ingrid Oonincx gepubliceerd op 19 oktober 2017 in het Brabants Dagblad)