top of page
  • Ingrid Oonincx

Bramen


Ik was drie weken verstoken van nieuws. In ruil daarvoor kreeg ik bergen, heldere meren, wilde rivieren, de mistral en 24 uur per dag man en kinderen om me heen. Het niet volgen van het nieuws voelde eerst nog wat onwennig, maar gaandeweg gingen onze gesprekken steeds vaker over het hier en nu. Over het verleidelijke fluiten van de bergmarmotten, over de sterrenhemel en over de slinkende gletsjer waarop we vanuit onze campingstoelen uitkeken. We bedachten een strategie om de beste plek van de camping te veroveren en vermaakten ons met het analyseren van het gedrag van onze excentrieke medekampeerders.

Op de sporadische momenten waarop de wifi het even deed, kwamen er berichtjes van familieleden die zich afvroegen of we last hadden van de bosbranden. De campingeigenaar stelde ons glimlachend gerust en wij schonken ons glas nog eens vol in plaats van paniekerig langs de nieuwssites te scrollen. Het leven zonder informatie is heerlijk zen. Het zorgde er zelfs voor dat die diepe fronsrimpel tussen mijn wenkbrauwen oploste.

Dat effect was helaas maar tijdelijk, want terug thuis moest ik natuurlijk mijn informatieachterstand inhalen. Het was alsof ik een jaar weg was geweest, in plaats van drie weken. Van de ene op de andere dag werd het vrouwenvoetbal bloedserieus genomen. Opeens waren onze eieren giftig. De onoverwinnelijke Usain Bolt had verloren op de 100 meter sprint. De NS was genderneutraal geworden. Maar waar ik nog het meest van opkeek, was het nieuws dat bramen plukken als stroperij beschouwd wordt. Terwijl ik mijn leven op pauze zette, was het nieuws in Nederland op een vervreemdende manier door geraasd. Ik dacht dat het komkommertijd was, maar het bleek een bizarre bramenzomer te zijn.

Column van Ingrid Oonincx gepubliceerd in het Brabants Dagblad van 10 augustus 2017.

bottom of page