top of page
  • Ingrid Oonincx

Te dik


We zijn te dik, mensen. In het werkgebied van de GGD Hart van Brabant heeft bijna de helft van de Brabanders last van overgewicht. 14,2 procent heeft zelfs ernstig overgewicht. Bij 65-plussers is het nog erger: twee derde is te dik. Zou dat door onze Bourgondische levensstijl komen?

Heeft het iets te maken met die welverdiende, gesuikerde Udenhoutse Broeder na die lange wandeling door de Loonse en Drunense Duinen? Of met die pas gestoken asperges uit de boerderijwinkel met gerookte zalm, scharreleieren, gesmolten boter en een fles Gewürztraminer? Natuurlijk is de Bossche bol vaste prik tijdens het winkelen in de provinciehoofdstad en daarna nemen we misschien nog een glaasje Zoete Lieve Gerritje brandewijn toe. Als het carnaval is proosten we op het goede leven met Schrobbelèr, de kater proberen we alvast weg te eten met vette worstenbroodjes met grove mosterd, zult of een stuk Brabantse bloedworst. De volgende dag houden we de kinderen zoet met Oosterhoutse kaneelstokken terwijl wij ons laven aan een blonde Trappist met vloerbrood en bierkaas van het trappistenklooster in Tilburg.

Hier thuis zijn er zo in de loop der tijd wat extra kilo’s rondom het voorheen zo slanke middel gekomen. Manlief en ik beginnen te merken dat er na het bereiken van een bepaalde leeftijd niet meer op valt te sporten tegen zoveel Brabantse gezelligheid.

Godzijdank blijkt uit het onderzoek van CBS, het RIVM en de GGD dat niet alleen wij, maar het hele land te dik is. Het hoeft dus niet per se te maken te hebben met onze Brabantse volksaard. In Drenthe en Zuid-Limburg zijn ze zelfs nog een stukje dikker dan hier. Daar zal het wel aan de Drentse knieperties en Limburgse vlaaien liggen.

Column Ingrid Oonincx in het Brabants Dagblad van 18 mei 2017

bottom of page