Ik kreeg een brief van de gemeente met de melding dat onze wijk tijdens Koningsdag op slot gaat. De koninklijke familie komt namelijk aan in onze achtertuin: de woestenij achter het Tilburgse station, een gebied dat de afgelopen jaren vooral in gebruik is geweest als hondenuitlaatzone.
De Spoorzone heeft absoluut potentie om een sfeervol gebied te worden zoals Strijp in Eindhoven, maar vooralsnog is het op veel plekken achter het station een bende: verwaarloosde loodsen, kapotte ramen, half afgebroken bouwvallen, onaffe nieuwbouw en een enkel restaurant. Hondenpoep, onkruid, graffiti, verslaafden: Tilburg heeft het! Als de organisatie van Koningsdag gewoon aan een Tilburgs evenementenbureau was gegund in plaats van aan een bedrijf uit Den Bosch, dan was de Koninklijke familie met strakke hand naar de voorkant van het station gedirigeerd, rechtstreeks het sfeervolle dwaalgebied in.
Want natuurlijk is Tilburg rauw, tegendraads en een tikkeltje chagrijnig - dat is zelfs de reden waarom ik er zo graag woon - maar moeten we onze lelijkheid letterlijk aan het hele land laten zien? We komen nota bene urenlang live op tv! Op deze manier blijven al die potentiële toeristen afslaan bij Den Bosch en Breda. Waarom is er niet gekozen voor de lieflijke straatjes in de binnenstad, de Piushaven of de…? Nu ik er eens goed over nadenk, kan ik in de binnenstad eigenlijk amper mooie locaties opnoemen. Oeps.
Maar wat maakt Tilburg dan zo speciaal dat de Koninklijke familie erop afkomt? Het zal die bonte verzameling van bijzondere, dwarse, mooie, klagende en toch gezellige Tilburgers zijn. Wat maakt het uit als anderen onze stad lelijk noemen? De inwoners en hun verhalen maken van Tilburg de schôônste stad van 't laand.
Column Ingrid Oonincx gepubliceerd in het Brabants Dagblad van 23 maart 2017.