top of page
  • Ingrid Oonincx

Mopperen


Ik lag net een kwartiertje in bed toen ik buiten een serie snoeiharde knallen hoorde. Vreselijke scenario’s schoten door mijn hoofd. Was het een bom? Een ontplofte fabriek? Een ontspoorde trein misschien? ‘Wat was dat?’ vroeg ik aan mijn partner. ‘Een mitrailleur,’ antwoordde hij en draaide zich op zijn andere zij om verder te slapen. Ik sprong uit bed en keek uit het raam. ‘Het lijkt wel oorlog,’ piepte ik angstig. Ik dacht aan alle berichten over de toegenomen criminaliteit in Brabant. Dit kwam wel heel erg dichtbij. Ik vroeg me af of ik de politie moest bellen, maar het was inmiddels weer rustig buiten. De volgende dag ontdekte ik dat er die nacht in onze buurt opnames waren geweest voor Smeris.

Door als locatie te dienen voor deze politieserie wou Tilburg zichzelf profileren als een stad met ballen, las ik afgelopen zaterdag in deze krant. De filmindustrie kiest steeds vaker voor Brabant als filmlocatie. Dat komt door loksubsidies, maar ook omdat filmmakers in filmmoe Amsterdam niets meer voor elkaar krijgen. Datzelfde lot wacht hen in Brabant als ze in de toekomst niet even vooraf melden dat er in het holst van de nacht iemand met een mitrailleur langs komt rennen. Eén keer vindt men misschien best spannend, maar daarna komt er gegarandeerd gemopper van.

Betrokkenheid creëren. Dat is dé oplossing om deze op zich positieve ontwikkeling in goede banen te leiden. De makers van de tv-serie Dokter Tinus, opgenomen in Woudrichem, geven alvast het goede voorbeeld door het in deze krant oproepen van lokale figuranten. Ze zoeken verliefde stelletjes en mannen die kunnen biljarten. Het mooiste is dat ze ook een mopperende man zoeken. De eerste die komt klagen kan dus meteen de filmset op.

Column Ingrid Oonincx, gepubliceerd in het Brabants Dagblad van 9 juli 2015

bottom of page