top of page
  • Ingrid Oonincx

Leugenaar


Er was eens een jongen die schipbreuk leed en aanspoelde in een onbekend land. Hij was moe, had het koud en huilde om zijn verdronken reisgenoten. De mensen negeerden hem en wachtten totdat de politie zou komen om hem terug naar zijn eigen land te sturen. Zo ging het altijd en dat zou deze keer niet anders zijn.

Maar die dag kwam de politie niet. Toen het donker werd, kon een oude timmerman het niet meer verdragen. Hij nam de vreemdeling mee naar huis en gaf hem bed, bad en brood. De dorpsbewoners spraken er schande van. De weken daarna schaafde de oude timmerman aan de jongen alsof hij één van zijn houtsnijwerken was. Hij gaf hem kleding, leerde hem met mes en vork eten en verrijkte hem met zijn taal. Hij gaf de vreemdeling ook een naam.

De jongen wist niet goed om te gaan met zoveel weelde. Hij maakte domme fouten en probeerde die te verbergen voor de man die hem gered had. De dorpelingen fluisterden dat de indringer op het geld van de timmerman aasde. Ze beweerden dat ze aan de vorm van zijn neus konden zien dat hij een leugenaar was. Als hij niet snel bewees dat hij uit het goede hout gesneden was, zouden ze hem aangeven bij de politie. Vanaf dat moment moest de vreemdeling alle rotklusjes opknappen. Hij werd er nooit voor bedankt. De timmerman zag het met lede ogen aan.

Godzijdank is er in Kaatsheuvel wel een fijne plek voor mensen die anders zijn. Op de poll op BD.nl vond 92 procent van de stemmers dat Pinokkio een eigen attractie verdient in het sprookjesbos van De Efteling. Vanaf 2016 is hij van harte welkom tussen de Rode Schoentjes en Roodkapje. Dit bewijst dat jullie hart op de juiste plaats zit. Laten we ook in andere gevallen een beetje verder kijken dan onze neus lang is.

Column Ingrid Oonincx , Brabants Dagblad, 4 juni 2015

bottom of page