Ik heb me voorgenomen om in 2017 altijd kalm te blijven. Steken onder water, ‘opbouwende’ kritiek en frontale aanvallen beantwoord ik voortaan met feiten. Rotstreken en instinkers pareer ik met een goede grap. Verkrampte kaken en schouders zullen in mijn nabijheid ontspannen, welwillende glimlachjes zullen verschijnen. Het leven met mij wordt een feest.
Dit jaar word ik dus ook niet boos als ik weer moet betalen voor laboratoriumonderzoeken waarvan ik nooit de uitslagen krijg. Ik word niet meer woest als we worden aangereden door een auto waarvan de chauffeur onmiddellijk zijn schuld toegeeft, maar de verzekering de boel zo draait dat we voor de helft van de kosten opdraaien. Ik word niet meer chagrijnig van de oneindige betalingsverplichting voor de uitvaartverzekering die ik afsloot toen ik nog dacht dat ik jong en onbemind zou sterven en waardoor er tijdens mijn crematie alleen een plakje fabriekscake geserveerd zal worden. Er komt ook geen gejank meer over onze garantieloze, nieuwe tweedehandsauto die direct na aankoop de selfdestructknop activeerde.
Ik weet dat mijn voornemen ambitieus is, maar je bent nooit te oud om te veranderen. Daarom ging ik op zoek naar rolmodellen die mijn nieuwe levensstijl uitdragen. Zo ontdekte ik vlogduo de Bucket Boys die uit protest tegen een misleidende annuleringsregeling in het koopcontract 16 kuub paardenmest voor de deur van een keukenboer uit Waalwijk dumpten. ‘Wie stront verkoopt, kan stront verwachten,’ was de boodschap. Geniaal en bovendien bewonderenswaardig kalm, feitelijk en grappig.Humor is de beste manier om je door het mijnenveld van ons bestaan heen te manoeuvreren. Dat juist de Bucket Boys in duel gaan met De Mandmakers Groep maakt dit tot ‘dikke shit’.
Column Ingrid Oonincx in het Brabants Dagblad van donderdag 2 februari 2017.