top of page
  • Ingrid Oonincx

IJspret


Met een beetje geluk kan er binnenkort weer geschaatst worden op natuurijs. Dat is weer eens wat anders dan die afgetrainde topatleten op tv die ovaaltjes draaien in dure indoor-ijspaleizen. We gaan het weer zelf doen! Ik verheug me nu al op schaatsveteranen die met ijspegels in hun baard over het bonkige ijs van de lokale vennen stoempen om te trainen voor de Tocht der Tochten. Het zou een mirakel zijn als er op onze opgewarmde aarde ooit nog een Elfstedentocht verreden werd, maar langere periodes van kou doen broeikasscenario’s smelten als sneeuw voor de zon.

Schaatsen op natuurijs is een mooie sport waarbij souplesse en duurvermogen meer waard zijn dan accelaratie en wendbaarheid. Probeer die taaie oudjes op hun noren maar eens bij te houden op je ijshockeyschaatsen. Mocht het blijven vriezen, dan zal ook een kudde belabberde gelegenheidsschaatsers zich op het natuurijs wagen. Ook ik wil gaan genieten van het heldere vriesweer en van de rode wangen en stralende ogen van mijn kinderen, maar het grootste deel van de tijd zit ik waarschijnlijk op mijn bevroren achterste, na de zoveelste valpartij.

IJs is keihard, zo waarschuwde de Nederlandse schaatsbond alle enthousiastelingen. En op het moment dat er geschaatst wordt op natuurijs, zijn er veel meer gevallen van hoofdletsel dan anders. Daarom wil de bond dat we voortaan een helm dragen in plaats van zo’n vrolijke, gebreide muts met een pompom erop. Dat scheelt een stuk authentieke beleving, maar we moeten iets over hebben voor deze steeds zeldzamer wordende Oudhollandse traditie. Ik hoop dat we elkaar binnenkort treffen op een ondergelopen weiland, De IJzeren Man of De Flaes, want wat mij betreft: ‘Ut gaot deur!’ Schaats veilig, desnoods op een indoorbaan.

Column Ingrid Oonincx, Brabants Dagblad, donderdag 19 januari 2017.

bottom of page