Hoe kan officier van Justitie Greetje Bos in hemelsnaam beweren dat Brabanders een zwak ontwikkeld normbesef hebben? Toegegeven, de wietteelt floreert op onze zandgronden, maar dat heeft ook voordelen. Wat te denken van ouderen met kleine pensioentjes die door een wietplantage op zolder een nieuwe scootmobiel kunnen kopen? Of van werkeloze jongeren die hierdoor leren de handen uit de mouwen te steken? Bovendien: die mensen kiezen er toch zelf voor om joints te roken? Wat kan een onschuldig pretsigaretje voor kwaad? Er zijn figuren die elke dag een fles wodka leegdrinken, dat is pas erg. Zolang je eigen kinderen er maar vanaf blijven is er niks mis mee.
Die warmtezoekende helikopters die de godganse dag over komen vliegen zijn wel lastig. Maar ook daar is een oplossing voor: meteen de stroom eraf gooien. Hoewel de ‘contactpersonen’ dan zeuren dat hun plantjes verpieteren door onze schijterigheid. Want hoe lang moet je eigenlijk zitten voor een opgerolde wietzolder? Een maand? Drie weken? Met een beetje geluk mag je een elektronische enkelband om, zodat je de zolder alvast in orde kunt maken voor nieuwe planten.
Het is een feit: als je een beetje groene vingers hebt is zo’n onschuldige wietzolder lekker bijverdienen. De winst kan ook besteed worden aan het wegspuiten van die fronsrimpel die ontstond toen de buurman ineens dure merkkleding ging dragen en een BMW Cabrio voor de deur parkeerde. Hij zit in de XTC, dat is pas fout.
Wat zegt u? Heeft Greetje Bos gelijk? Misschien kunnen we proberen het normbesef te veranderen. Of zou legalisering een optie zijn? Voor de kleine tuinder wordt de handel minder florerend en er ontstaat meer juridische slagkracht om eens flink te snoeien bij de grote herenboeren.
Column Ingrid Oonincx in het Brabants Dagblad van 12 januari 2017.