Vorig jaar kwam maar 65 procent van de melkkoeien buiten. Dat was een daling van vier procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Hoe groter het bedrijf, hoe minder vaak de koeien de stal mogen verlaten. En dat terwijl binnen staan niet goed is voor de hoeven, hormoonhuishouding en melkproductie van de dieren. Bovendien is een Hollands landschapstafereeltje nu eenmaal niet compleet zonder grazende zwart- of bruingevlekte runderen.
Boeren moeten best veel moeite doen om het vee naar hun malse, groene hemel te escorteren. Zeker de grote melkveehouders staan elke dag voor een tijdrovende klus. De meeste koeien zijn blij als ze naar buiten mogen, maar er zijn er ook die helemaal geen trek hebben om hun eigen voedsel bij elkaar te grazen onder onze prachtige Hollandse luchten. Die luie dames moeten naar buiten geduwd worden. Ik zag het met eigen ogen gebeuren toen ik samen met honderden andere onwetende stadsbewoners zo’n door een slimme zuivelproducent gesponsorde open boerderijdag bezocht.
Een melkveehouderij uit Hedel liet tot voor kort al zijn 120 koeien in de wei grazen. Om daar te komen, moesten ze wel een straat oversteken, maar dat deed de boer met liefde. Toen de weg drukker werd, kreeg de boer een oversteekverbod voor zijn vee. De gemeente Maasdriel gaf 38.000 euro schadevergoeding, maar dat was onvoldoende voor het bouwen van een koeientunnel. De vraag om het dubbele bedrag werd in hoger beroep afgewezen. Balen! Maar ik weet een goedkope oplossing. Het is toch niet te veel gevraagd om twee keer per dag even te moeten wachten bij een koeienstoplicht of koeienzebrapad? Kun je tijdens het bewonderen van de koeienparade meteen nadenken over je avondeten: wordt het een vega- of een hamburger?
Column Ingrid Oonincx, gepubliceerd in het Brabants Dagblad van 10 november 2016