Lieve voorzitter van Oranje comité Tilburg,
Ik las in de krant dat u een slapeloze nacht had na de bekendmaking van de komst van de koning naar onze stad. Dat begrijp ik, want normaal gesproken hoeft u alleen maar het draaiboek van vorig jaar uit de kast te trekken. Jarenlang waren we op Koningsdag tevreden met een paar kraampjes op de Korvelseweg en een opblaaskussen in het Leijpark. De echte feestneuzen gingen naar Eindhoven of Amsterdam, daar maakte geen Tilburger zich druk om.
Waarom onze aanstaande Abraham ineens Tilburg koos als epicentrum van Nederland, is mij een raadsel en u waarschijnlijk ook, want anders was u niet zo vreselijk geschrokken. Tot overmaat van ramp komen we op 27 april minstens twee uur lang live op tv.
En dan wil Willem ook nog eens alles anders doen dan zijn moeder. Misschien was u in paniek toen u een e-mailadres instelde waarop iedere Tilburger zijn ideeën kan melden. Na een week waren er al driehonderd plannen binnen. Een opmerkelijk aantal voor een stad waar de koninklijke feestdag altijd een sluimerend bestaan leidde.
Maar Tilburgers hebben nu eenmaal een neus voor een buitenkansje. Ze komen vast op de proppen met Willempils, Maximale Kruikenzeikers en Amaliabrood. Of ze bedenken een gouden drakenbootrace in de Piushaven en een Levend Koningsspel op het Willemsplein. Maar dat komt dus niet voort uit oprechte koningsgezindheid, zoals bij u meneer de voorzitter.
Dat begint straks vast te knagen. Uiteindelijk gaat u er alleen maar slechter van slapen. Daarom stel ik u voor de e-mailbox te ontmantelen en terug te vallen op het vertrouwde draaiboek, met het opblaaskussen in het Leijpark als natuurlijk hoogtepunt. Dan zijn wij de komende eeuw weer verlost van koningsbezoek.
Column Ingrid Oonincx in het Brabants Dagblad van 8 september 2016