top of page
  • Ingrid Oonincx

Goed doen


Geheel vrijwillig iets goeds willen doen voor een ander is niet meer voorbehouden aan midlifecrisislijders, religieuzen of dolende twintigers. Steeds meer mensen voelen de dringende behoefte om iets zinvols voor de maatschappij te doen. En dan bedoel ik niet het overmaken van een tientje na een slim getimede tv-hulpactie rond Kerstmis, waarna je ontdekt dat het gedoneerde geld niet uitgegeven wordt aan die zielige kindjes maar aan een eindeloze stroom van bedelbrieven die jaren na dato nog in je brievenbus vallen. Over de hoge salarissen van de directeuren van liefdadigheidsinstellingen heb ik het nog niet eens.

Nee, dan kun je beter zelf iets doen. Met eigen handen en voeten dus. ‘Het verschil maken’, noemen ze dat tegenwoordig. Het komt erop neer dat je je vakantie combineert met een weekje in de weg lopen in een weeshuis of dat je tegen betaling een berg opfietst of een eindje hardloopt. De sponsoring wordt geregeld bij familie en vrienden, want die durven jou met al je goede bedoelingen toch niet te weigeren. Oké, misschien is dit combineren van liefdadigheid en hobby inderdaad een beetje gemakkelijk, maar je helpt er toch anderen mee? Niet zeuren dan.

Ook motorclub Lost Boys Brotherhood uit Waalwijk wil graag iets goeds doen voor de maatschappij. Ze willen opkomen voor mensen die hulp nodig hebben en daarvoor hoeven ze amper een inspanning te leveren. ‘Wij zijn geen kleine jongens; onze aanwezigheid bij een conflict is vaak al genoeg’, aldus de in zwart leer gehulde woordvoerder, die zijn ogen verstopt achter een zonnebril omdat hij anoniem wil blijven. Je zou er haast bang van worden, maar zolang je volgens deze verloren jongens aan de goede kant van de wet staat, is dat helemaal niet nodig.

Column Ingrid Oonincx, Brabants Dagblad 25 augustus 2016

bottom of page