top of page
Ingrid Oonincx

Hangen


Wat is er fijner dan met je vrienden op straat hangen? Beetje kletsen, chillen, elkaar voor de gek houden en naar de meisjes kijken. Je rookt een paar sigaretten, soms neem je er een biertje bij. Elke dag weer. Volstrekt onschuldig.

Af en toe probeer je door de ogen van passanten naar jullie groep te kijken, maar dan zie je alleen maar oprechte vriendschap. Deze lui ken je misschien wel beter dan de mensen thuis. Dit zijn je kameraden. Je vindt het dan ook onvoorstelbaar als kakmadammen hun tasje onder hun oksel persen als ze langs paraderen. Of als van die Bambi-achtige pubermeisjes schichtig naar de grond kijken als ze jou en je maten moeten passeren. Alsof jij, doodgoeie jongen, ze iets aan zou doen! Je groet die vrouwen alleen maar omdat je wil dat ze beseffen dat ze de moeite waard zijn. Natuurlijk krijgt er wel eens iemand de kolder in zijn kop, maar die wordt altijd meteen op zijn nummer gezet. Daarna is het klaar, want iedereen verdient een tweede kans en soms ook een derde of vierde. Oké, zo’n groep mannen kan inderdaad wat intimiderend overkomen en in het gezelschap van je maten roep je misschien wat harder dan je zou doen als je alleen was, maar mensen zien toch wel in dat het puur om de gezelligheid gaat?

Een groep Bossche hangouderen wordt regelmatig van hun plek weggestuurd wegens vermeende overlast. In de krant las ik dat deze mannen al veertig jaar samen op straat hangen. Het moment waarop ze van hangjongeren in hangouderen veranderden moet confronterend zijn geweest, maar hield ze niet tegen. Ze komen nooit bij elkaar thuis, maar als er iemand niet meer komt opdagen bij de hangplek gaan ze wel samen naar de begrafenis. Daarna keren ze weer terug op hun plekkie. Het leven gaat door.

Column Ingrid Oonincx, Brabants Dagblad 30 juni 2016.

bottom of page