top of page
  • Ingrid Oonincx

Ooievaar


In tegenstelling tot de grauwe gans is de elegante ooievaar wel van harte welkom in Brabant. Het is niet vreemd dat deze babytransporteur een graag geziene gast is in onze vergrijzende provincie, waaruit volgens deze krant ook nog eens alle hoogopgeleiden in rap tempo vertrekken. Dan is het toch fijn voor de overblijvers zich vast te klampen aan dit hoopgevende diertje.

Veel mensen doen daarom hun uiterste best om in deze broedperiode een ooievaarspaartje naar hun huis of tuin te lokken. Daarvoor worden gevlochten nesten op tien meter hoge palen bevestigd, waarna reikhalzend wordt uitgekeken naar het begin van de reallifeshow.

Vaak blijft dat nest leeg. Ooievaars staan namelijk liever gezellig met z’n allen te chillen op een afgelegen wei dan exhibitionistisch te paren en ‘baren’ op een tien meter hoge paal voor een naar sensatie of juist naar rust snakkend publiek. Daar kunt u zich vast wel iets bij voorstellen.

Maar ooievaars hebben nu eenmaal de plicht zich voort te planten en sommige van hen zijn misschien wat gemakzuchtig van aard. Zo kwam het dat het loknest van wilgentenen en hooi dat Ad Muskens uit Elshout bouwde al binnen een week bewoond was. Hij kent namelijk het geheim van de ooievaarlokkerij: wegenwit en vogelpoep. Door die rotzooi denken ooievaars dat het nest al eerder is gebruikt en dat het dus veilig is voor onheil als voyeurisme.

Omdat het uitzicht op het paartje van onder af toch een beetje tegenvalt, zet Muskens er vanaf volgend jaar een webcam bovenop. Dan is het afgelopen met het beetje privacy dat nog over is. Ik ben vast de enige die zich daar druk over maakt. Hoewel… Wat gebeurt er als straks blijkt dat die symbolische ooievaars ook maar ordinaire wilde beesten zijn?

Column Ingrid Oonincx, Brabants Dagblad, 12 mei 2016

bottom of page