Dankzij ons slimme voorraadsysteem hoef ik godzijdank niet zo heel vaak naar de gele hel op aarde. Pas als er geen ontkomen meer aan is, stouw ik mijn kar zo snel mogelijk vol, stort alles driehoog op de lopende band en probeer de spullen daarna gesorteerd in de juiste tas te proppen, net voordat ze geplet worden in de verzamelbak. Intussen glimlach ik schuldbewust naar de caissière die hoofdschuddend om assistentie vraagt omdat er weer zo’n idioot vergeten is de groente af te wegen.
Dat moet toch anders kunnen, denk ik dan. En dat is ook zo. Voor alle mensen met een supermarktfobie is er nu namelijk de voedselbox. Die dozen hebben vrolijke namen als HelloFresh, Marley Spoon of de Allerhande Box en worden thuisbezorgd. De inhoud bestaat uit perfect op elkaar afgestemde ingrediënten en het bijbehorende recept. Ideaal voor drukbezette mensen en supermarkthaters. Toch werkt zo’n box niet voor mij, want ik bepaal liever zelf wat en wanneer ik eet. Bovendien zijn die dozen peperduur en kunnen we de fijnstofuitstoot van al die rondjakkerende bestelbusjes best missen.
Om aan de supermarktellende te ontkomen, zou ik ook kunnen proberen zelfvoorzienend te worden. Een voedseltuin beginnen, zoals die bij Huize Assisië in Biezenmortel. De initiatiefnemers van De Nieuwe Lente geven de verstandelijk gehandicapte bewoners aldaar een zinvolle dagbesteding. De oogst van vers fruit, groenten en kruiden gaat naar de voedselbank in Boxtel en Haaren. De klanten daarvan ontvangen een voedselbox in de meest oprechte vorm. Prachtig.
Er zijn overigens nog vrijwilligers nodig om de voedseltuin op 12 maart zaaiklaar te maken. Misschien meld ik me aan. Dat zou een mooi begin van een nieuwe lente kunnen zijn.
Column Brabants Dagblad, Ingrid Oonincx, 28 januari 2016