top of page
  • Ingrid Oonincx

Begrip


‘Heb jij ze al gezien?’ vroeg ik aan mijn partner. ‘Wie?’ ‘De vluchtelingen! Er zouden hier in Tilburg nu toch al zo’n duizend mensen in de noodopvang moeten zitten. Maar ik zie ze nergens. Niet op straat. Niet op het station.’ Mijn partner rolde met zijn ogen. ‘Wat had jij dan verwacht? Dat die mensen hier in armoedige lompen met hun koffers door de stad zeulen? Ze zijn er natuurlijk wel, maar je herkent ze niet als zodanig.’

Natuurlijk had hij gelijk. In een multiculturele stad als Tilburg gaan vluchtelingen gemakkelijk op in de massa. Dat is in kleine dorpen vast anders. Daar raakt de evenredige verdeling uit balans als er plotseling 1.200 tijdelijke bewoners bijkomen, zoals momenteel in Kaatsheuvel gebeurt.

Ineens kan ik me voorstellen dat zoiets verontrustend kan zijn voor de bewoners. Ik hou van de anonimiteit van de stad, maar dorpsbewoners kiezen voor kleinschalig, vertrouwd en veilig. Ze kennen elkaars kinderen, weten van elkaars wel en wee en leven met elkaar mee.

Bij het Mill Hill College in Goirle weten ze dat gegeven goed te gebruiken. Ze nodigden leerlingen van een middelbare school voor vluchtelingenkinderen uit, om hun persoonlijke verhaal te delen met hun leerlingen. De directeur motiveerde dat plan als volgt: ‘Dit is een heel witte school, de leerlingen komen weinig in aan-raking met andere culturen. De vluchtelingenproblematiek is voor hen een ver-van-mijn-bedshow.’

Het werkte: de Goirlese jeugd luisterde aandachtig naar de verhalen van hun gevluchte leeftijdsgenoten. Aan het einde van hun betoog kregen ze zelfs een groot applaus. Nabijheid zorgt voor begrip. Laten we vluchtelingen uitnodigen voor de kerstdis, dan komt het begrip vanzelf.

Column Ingrid Oonincx voor het Brabants Dagblad, 24 december 2015

bottom of page