top of page
  • Ingrid Oonincx

Dialect


Waaraan herken je een Brabander? Hij denkt dat je overal worstenbrood kan kopen. Dat de rest van Nederland verstoken blijft van deze delicatesse is doodzonde. Nu ik erover nadenk heb ik op boekenfeestjes in de Randstad nog nooit worstenbrood gespot op de buffettafels. Wel een overdaad aan Bekende Nederlanders maar die eten niet in het openbaar. Misschien zijn ze bang dat ze knoeien op hun gesponsorde kleding. Dat doet me eraan denken dat ik tijdens mijn eerste boekenfeestje een foute jurk droeg. Het merk was kort daarvoor door een Randstedelijke columniste uitgeroepen tot het treurige uniform van de provinciale vrouw. Sta je dan.

Maar dat terzijde, want ik heb wel voor hetere vuren gestaan. Vele feestjes volgden. Vaak was er amper wat te eten (dat zou in Brabant dus echt nooit gebeuren) en moest ik mijn honger noodgedwongen wegspoelen met wijn. Niet erg, want aan de bar was het veel gezelliger. Op een gegeven moment begon het accent van mijn gesprekspartners me op te vallen. Wat bleek? Zowat iedereen was import en een groot deel kwam zelfs van Brabantse bodem. Het mooiste: waar geëmigreerde Brabanders vroeger de Randstedelijke locals naar de kroon probeerden te steken met een ingestudeerde harde g, waren deze Brabo’s hoorbaar trots op hun zachte keelklanken.

In de krant las ik dat veel Brabanders zich schamen voor hun dialect. Het was een uitspraak van Marja van Trier, oprichtster van een dialectenbibliotheek. Ik kan haar geruststellen. Het heeft niets met schaamte te maken. Wij Brabanders zijn sociaal en vinden het belangrijk dat iedereen ons goed verstaat. Dat onbegrijpelijke dialecten verdwijnen is geen ramp, onze zachte g en sociale aard overleven het wel. Net zoals worstenbrood.

Column Ingrid Oonincx, Brabants Dagblad, 5 november 2015

bottom of page