top of page
  • Ingrid Oonincx

Visite en vis


De foto van het arme verdronken vluchtelingetje roept een golf van goedbedoelde hulpacties op. Mensen ruimen hun zolder leeg en brengen die spullen naar opvangcentra die niet zitten te wachten op nog meer kleding en knuffels. Religieuze organisaties roepen op om vluchtelingen in huis te nemen. Die laatste optie heb ik serieus overwogen. We zouden het atelier van mijn vriend leegruimen en daar het oude stapelbed van de kinderen in zetten. De badkamer en keuken zouden we moeten delen met onze hulpbehoevende gasten, maar met een beetje inschikken zou dat best lukken. Toen moest ik aan dat spreekwoord denken: Visite en vis blijven drie dagen fris.

Als goede vrienden komen logeren, begint het al snel te wringen. Waarom zit hij altijd zo lang op de wc? Waarom vegen die kinderen hun voeten niet en waarom laten ze hun hond zo weinig uit? Maar die vrienden zijn zo weer weg. Vluchtelingen zet je niet na een paar dagen proefdraaien de deur uit. En waarom zouden zij zich druk maken over onze super-de-luxe-West-Europese irritaties? Asielzoekers hebben andere dingen aan hun hoofd. Hoe bouw ik een nieuw leven op? Hoe geef ik mijn kinderen een betere toekomst? Hoe kom ik zo snel mogelijk weg bij dat gastgezin dat overduidelijk spijt heeft van de impulsieve beslissing mij in huis te nemen?

Volgens het COA moet je de opvang van getraumatiseerde vluchtelingen aan de professionals in de officiële opvangcentra overlaten. Wij kunnen beter bidden dat meer gemeenten bereid zijn asielzoekers op te nemen. Daarna kunnen we een potje met ze voetballen, een praatje maken en vooral niet te snel oordelen. Nabijheid zorgt voor begrip, maar je hoeft niet bij elkaar in huis te wonen om duurzaam samen te leven.

Column Ingrid Oonincx voor het Brabants Dagblad van 10 september 2015

bottom of page