We gaan allemaal dood. Hoe dan ook. Soms mijmer ik over mijn eigen einde. Wie huilt er? Wie zegt er iets op mijn crematie? Welke muziek kiezen ze uit? Over de hoe-vraag denk ik liever niet na. Er zijn zoveel nare levenseindes te bedenken, daar hoef je alleen maar de krant voor open te slaan. Meestal sus ik mezelf met de gedachte dat ik vast een van die gelukkigen ben die op hoge leeftijd, als alles is gedaan, rustig gaat slapen om nooit meer wakker te worden.
De waarheid is waarschijnlijk anders. Ongevallen en zelfdoding scoren hoog onder jonge mensen, kanker, hartkwalen en allerlei andere slopende ziektes onder ouderen. Vaak gaat er een lang en deprimerend ziekteproces aan vooraf. Geniet van je leven zolang je het kan, zeggen hoogbejaarden soms. Inmiddels ben ik oud genoeg om te begrijpen wat ze daarmee bedoelen.
Pas las ik het krantenbericht over een Duitse man die dood in zijn auto werd aangetroffen op een parkeerplaats bij een winkelpassage in Den Bosch. Paniek natuurlijk want misschien was het wel een moord. Totdat de schouwarts aantoonde dat het een natuurlijke dood was. Mijn vader kwam eens tijdens een fietstochtje uit bij een oude man die op een mooi plekje in het bos was overvallen door een natuurlijke dood. Zijn fiets stond rechtop naast hem. Zelf kwam ik een keer langs een bus die afgeschermd werd omdat de politie er onderzoek deed. Een van de passagiers had zijn eindhalte bereikt.
Choquerend voor de mensen die ermee geconfronteerd worden en lastig voor de politie die het moet onderzoeken, maar wat een jaloersmakend levenseinde. Nog fit genoeg voor een winkelexpeditie, fietstochtje of busreisje als de dood je komt verrassen. Oké, dit was het. Adieu. Als het dan toch moet, dan maar zo.
Column Ingrid Oonincx, Brabants Dagblad 27 augustus 2015